De Schutte

De Schutte
     

Het gebied van het boerderijtje 'De Schutte' grensde aan het gebied van 'De Jonge Wegman' . Het liep ongeveer van Café Sprakel en het Lonneker stationnetje, links van de Bergweg tot de huidige Schuttekamp en het begin van de Nieuwedijk.

Dit erfje was niet gewaard dwz de bewoner had geen stemrecht op de markevergaderingen (Holting). In het markestel had De Schutte de functie van gezworene. Twee gezworenen (bijzitters) stonden het hoofd van de marke (boerrichter) terzijde. Zij werden door de gewaarde boeren steeds voor één jaar benoemd. Elk jaar moesten de gezworenen op de Holting de eed afleggen. De teksten van de eed die telkenjare in Lonneker werd uitgesproken luidde:

'Wij laeven (beloven) unde zweren tot Godt almechtich dat wij dit jaer guede geswaeren wilt zijn ende vroecen (bekeuren) wat vroechbaer is unde schutten (in beslag nemen, vandaar de naam Schutte) wat schutbear is unde nich aenzien eenige vreundschap, maegdschap (familieverwantschap) ofte eenich dinck ter waerelt soo sonne ofte meane beschienen mach, dat ons alsoo Godt wilt helpen.'

Voor het toezicht in de marke, eigenlijk een soort veldwachter werd hij beloond met enkele voorrechten als de bewoners van de gewaarde erven. Zoals het recht van gezaai (een rogge-akker op de bes), het recht van akeren (enkele varkens los laten lopen) en het weiderecht (enkele stuks vee laten grazen op de gemeenschappelijk weide.) Ook een heel klein gedeelte van het geschutte (in beslag genomen) goed mocht hij houden. Een ander deel ervan was voor de boerrichter, als hoofd van de marke. Het grootste deel werd aangewend om de onkosten van de marke o.a. de kosten van de jaarlijkse holting te dekken. De holting betekende voor de markebewoners een feestdag, hier gehouden op de dat voor St. Lamberti: 16 september. Zeer waarschijnlijk komt daar de naam van 'n Härfstdag' vandaan.

De Schutte koopt in de 16e eeuw een stukje grond erbij van het Lonneker Hof. Dit moet dan het gedeelte zijn geweest, waar het boerderijtje van de Hinman heeft gestaan.

Rond 1800 verkoopt De Schutte een stuk grond aan Winkel, later Karvink, die hier een café begint (Het huidige café Sprakel). De laatste bewoners van De Schutte heten Hogt. Hogt was botermaker bij het aan de Oldenzaalsestraat gelegen boterfabriekje van Stroink. Dit fabriekje verdwijnt met de opkomst van de Lonneker Melkinrichting. In 1885 verkoopt Hogt zijn huis en grond aan de familie Gerridzen. Hij bouwt een nieuw huis aan de 'Pastoorsdiek' (Scholten Reimerstraat). Dit huis is inmiddels al weer verdwenen. Het laatst hebben in dit pand de families Blokhuis gewoond.

Bij de opheffing van het boterfabriekje (thans bloemisterij Engbers) vertrekt de familie Hogt (bijgenaamd de Schut) naar Oldenzaal waar de heer Hogt botermaker wordt aan de melkfabriek ter plaatse.

Herman Engbers

 

Uit Op en um'n Bölt nr. 57 dd. 7 maart 1975.

Share our website